Projecten 2017 ARIBINDA Pater EugenioJoveris de verantwoordelijke man voor de projecten in Aribinda in het noorden. Hij woont in het gebied waar regelmatig aanvallen van rebellen plaatsvinden. Dus Pater Eugenio is naar de hoofdstad gekomen om uitleg te geven over de uitgevoerde projecten en de stand van zaken in Aribinda. Hij geeft aan dat er veel te weinig beroepsopleidingen zijn. Het grondwaterpeil is gezakt en dus moeten de waterputten dieper gemaakt worden. Ook heeft hij behoefte aan gereedschappen. ASSOCIATION MAIAin Bobo Dioulasso. Hier is mevrouw Aminata Diallovoor de association Maia verantwoordelijk. Zij is sinds enige tijd met pensioen en is nu fulltime bezig voor haar ‘meiden’.Naast de naaischool zet zij zich in voor meisjes die voortijdig zwanger worden met alle gevolgen van dien voor hun toekomst. Aminata is een veel gevraagd spreekster op bijeenkomsten voor kwetsbare meisjes en vrouwen. Binnenkort gaat zij naar een VN-conferentie in New York. De volgende ochtend wordt de school bezocht. Aminata stelt ons voor aan de leerlingen, allen in schooluniform. De klassen 1 en 2 zitten nogal vol. De kleinste groep 3 heeft de grootste ruimte beschikbaar. De vraag is of er geen switch van lokaalruimte zou moeten plaatsvinden. Duidelijk wordt dat de gerealiseerde extra ruimte, door Sahelp gefinancierd, inmiddels wordt gebruikt. Het e.e.a. maakt een goed georganiseerde indruk. Door de opleiding en het behalen van een diploma worden de meisjes gerespecteerd, brengen geld in het laadje en kunnen ook weer een stimulans voor andere meisjes zijn. Dit brengt ook met zich mee dat de positie van de vrouw beetje bij beetje meer gelijkwaardig wordt aan die van de man. Godsdienstige overtuigingen kunnen dit proces weer te niet doen. Uit het gesprek met Aminata nadien wordt duidelijk dat zij veel doet aan voorlichting in de dorpen m.b.t. voortijdige zwangerschappen, maar zich bijv. ook bezighoudt met informatie en bewustwording t.a.v. het gebruik van pesticiden. Haar contacten in binnen- en buitenland creëren voor haar meer mogelijkheden voor financiering dan voor de naaischool van Bianca Couture in Ouagadougou. AESF(Association Education Sans Frontieres), Bobo Dioulasso De volgende ochtend bezoeken wij de school op het parochieterrein. Ruim dertig leerlingen van verschillend niveau krijgen gelijktijdig in het kleine leslokaal theoretisch onderwijs van drie onderwijzers! Zacharie Diarrais blij onze delegatie te ontmoeten. Hij staat voor een verhuizing van de leerlingen van Bobo naar Dinderesso. Zijn huidige school op het parochieterrein in Bobo moet hij nl. in september verlaten. De volgende dag bezoeken wij de campus bij Dinderesso, ver weg in de brousse. De leerlingen komen op een zeer geïsoleerde plaats te zitten. Zacharie Diarra van AESF lijkt evenwel tevreden met zijn creatie. Zacharie ontvouwt nog toekomstige plannen met betrekking tot leerlingenvervoer en een post voor het verstrekken van medische ondersteuning en medicijnen. In het verleden is een perceel van zo’n 5 ha. aangekocht. Hiervan is het de bedoeling om op ruim 2 ha. zelf groente en/of fruit te gaan verbouwen. Met een pomp zou vanuit de altijd stromende rivier de Kou water gepompt kunnen worden. Gelet op hetgeen we verderop zien is dit een reëel perspectief. Er is wel genoeg ruimte om praktijklessen op land- en tuinbouwgebied te verzorgen, die behalve een educatief doel ook een commercieel doel dienen. APRODES Kinda Boukarywacht ons op bij de rotonde in Kongoussi. We volgen hem voor een seance in een Peuldorp. Hij wil de mensen bewust maken van het gebruik van de panier thermo, een soort warmhoudmand. Idealiter zou deze naast de cookit moeten worden gebruikt. Het zeer lage aantal geproduceerde cookits is volgens Boukary toe te schrijven aan het feit dat de noodzaak voor een andere wijze van koken nog onvoldoende tussen de oren zit. Dus er moet veel meer aan bewustwording worden gedaan. We bezoeken vervolgens de tuinen van Loulouka. Ze liggen er mooi bij. Er worden diverse groenten verbouwd. Elke vrouw heeft een eigen tuin en draagt door het afstaan van een gedeelte van de oogst bij aan de gezamenlijke kosten. Nadien gaan we naar het gebouw waar de cookitproductie gaat plaats vinden. Goed karton voor de cookits krijgen is blijkbaar ook een probleem. Eind maart zijn ze weer begonnen met de productie van de cookits. CECA-DR (Centre d’Encadrement de Coopération et d’Appui pour le Développement Rural), Ouagadougou. Wij ontmoeten Paul Kleene, projectadviseur, die enkele weken daarvoor een evaluatie heeft uitgevoerd bij Ceca. Hij heeft een heel goed beeld van wat Ceca doet en betekent. In een beknopt overzicht staat beschreven welke onderdelen hij onderzocht heeft, o.a.: de wat moeilijke start van het project doordat het geld van de eerste tranche later kwam, de introductie van verbeterd zaaigoed, de mesthopen d.m.v. een verbeterde wijze van composteren, de bouli van Komtégueré die later gereed kwam doordat het geld van de eerste tranche later kwam en de acties voor de moestuinen in Ritig Palgo, Tanlili en Seghindin. Bij elk onderzocht onderdeel zijn er aanbevelingen door Paul gegeven. Een belangrijke aanbeveling is dat de beschikking over het geld goed moet corresponderen met de benodigde acties in de ‘agricole kalender’. Een andere is dat de training/vorming en de monitoring t.b.v. de moestuinen door een specialist moeten worden gegeven met meer nadruk op de praktijk. Inmiddels is het geld overgemaakt en is er gestart met de werkzaamheden voor de aanleg van een bouli in Guesna. Wij hebben een ontmoeting met Adama Ouedraogo, Abdoulay Tou van Ceca en Paul Kleene,die zoals hiervoor al opgemerkt, de evaluatie over de voortgang bij Ceca heeft uitgevoerd. Het is een prettig gesprek waarin opnieuw duidelijk wordt hoe bevlogen en betrokken deze mannen zijn. Geweldig dat zij hun intellect en ervaring willen inzetten voor de kwetsbare dorpen op het platteland. Wel hebben zij twee betaalde adviseurs/toezichthouders in dienst die dagelijks in en bij de dorpen zijn. In dit geval de dorpen in de gemeente Boussé. Wij overhandigen 2 pluviometers, zodat de hoeveelheid neerslag in Boussé kan worden gemeten. De volgende dag gaan wij richting Boussé naar het Cecagebied. Onderweg pikken we Derek Lundgren, de aannemer op. Hij is een derde-generatie Canadees, die zijn hele leven al in Burkina woont. Hij spreekt ook verschillende inlandse talen. Eerst gaan we naar het verst van de asfaltweg afgelegen dorp Gorpila. We bezoeken het centre d’alphabétisation en het gebouwtje waar geweven wordt. We worden aangekleed met pagnes en een boubou. De voorzitters van de verschillende werkgroepen spreken hun waardering uit over de samenwerking en komen met nieuwe vragen voor bijv. een magazijn voor de opslag van het katoen. Dit is ook kenmerkend tijdens de bezoeken aan de volgende dorpen. We sluiten Gorpila af met een bezoek aan de forage. Het functioneert goed en het ziet er schoon uit. Er is een soort overloop waaruit de dieren kunnen drinken. Een punt van aandacht bij dit soort voorzieningen is het beheer (reparaties, schoonhouden, verantwoordelijkheid). Bij Guesnalopen we achter Derek Lundgren (aannemer voor waterbouwkundige werken) aan door de brousse naar de plaats waar de nieuwe bouli moet komen. We krijgen een praktijkles in de aanleg van een bouli. Daarna naar het dorp waar met name jonge vrouwen in zelf geweven traditionele kledij met behulp van de nieuwe weefgetouwen bezig zijn met het weven van banen stof. Daarna vervolgen we onze weg naar Ritig Palgonaar de gerepareerde bouli. Deze functioneert goed. De tuinen achter de bouli zien er prima uit. Het water wordt hand- of voetmatig opgepompt en komt uit in een opvangbak, zodat er geen water verloren gaat. De vrouwen vangen dit op in grote gieters om hiermee de veldjes te bewateren. Op dit moment worden er veel uien verbouwd. Opvallend is dat de aangelegde 1 ha. inmiddels met een 0,5 ha. is uitgebreid. Het voorziet dus in een behoefte. Wat ook opvalt is dat er (nog) geen strijd is tussen de veehouders en de tuinbouwers om het water. Beiden profiteren nog van elkaar. De koeienvlaaien (aanmerkelijk dikker dan die in ons land) worden verzameld en omgevormd naar meststoffen voor de tuinen. Geweldig wat de vrouwen ook hier voor elkaar krijgen! Ons laatste bezoek betreft Komtégueré. De bouli is onlangs gereed gekomen. Het ziet er gedegen uit. De kwetsbare delen zijn afgedekt met zelf verzamelde rotsblokken. Het terrein voor de toekomstige tuinbouw is grotendeels in gereedheid gebracht. Adama geeft aan dat de aanleg van (meer) boulis erg belangrijk is. Daarbij is het wel van belang te weten of er voldoende regen valt om deze boulis vol te laten lopen. Gevraagd wordt of hier onderzoek naar gedaan kan worden. Jan denkt dat hier mogelijkheden liggen voor de Nederlandse Waterschappen om technische assistentie te verlenen. Verhoudingsgewijs gaat ook het grootste deel van het budget voor plattelandsontwikkeling naar de aanleg hiervan. ASSOCIATION BIANCA POUR LE DEVELOPPEMENT SOCIAL ("Het is God die alles in orde brengt") . Op zaterdag 3 februari bezoeken wij de naaischool Bianca Couture in Ouagadougou. Pater Jan Beekman( de oprichter van de naaischool) en Denise Ouédraogo, directrice,gaveneen rondleiding om het werk van de leerlingen te kunnen bekijken. Het Comité de Suivi, (toezichtsorgaan) is in vergadering bijeen. En Jan en Luuk schuiven aan bij deze vergadering. Zij krijgen het woord, waarin aan de al jarenlange band gerefereerd wordt. Het is goed om te zien dat het Comité de Suivi met zoveel betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel zich wil inzetten om Bianca Couture naar een nieuwe fase toe te leiden. Deze nieuwe fase is ingezet door de verzelfstandiging van de naaischool en krijgt haar vervolg door de bouwkundige uitbreiding van de school. De aannemer heeft aangegeven dat hij snel kan beginnen met de bouwactiviteiten. Voor het komend schooljaar zit er nog een gat in de begroting van 10 mln. frs cfa. Hetgeen ongeveer overeenkomt € 15.000,00. ASSOCIATION NABASNOOGO Jan Beekmanvergezelt ons naar Zorgho. Uit de rondleiding op het terrein door Pierre Sawadogo, directeur van de Association, wordt duidelijk dat niet alles nog functioneert. Uit de vergadering/discussie nadien blijkt dat Nabasnoogo een vraag heeft voor een flinke opknapbeurt van de Toyota pick-up. Wij nemen deze vraag mee terug naar het bestuur van Sahelp. Het leerlingenfonds werkt nog wel: er is geld voor 100 leerlingen. Ook vertelt Pierre van een training die door Nabasnoogo is verzorgd voor mensen die aan voorlichting op het gebied van landbouw, veeteelt, voedselvoorziening en beheer gaan doen. Het grootste deel van de kosten van deze training is betaald uit een subsidie van FAFPA. De avondschool is de hoofdmoot en voldoet ons inziens zeker in een behoefte. De voornaamste activiteiten vinden ’s avonds plaats als de alphabetisatiecursus wordt gegeven. Aan de leraren merken we dat ze gedreven en betrokken zijn. Nabasnoogo biedt een kans aan drop-outs en volwassenen die bijv. wel een onderneming hebben maar nog geen factuur kunnen uitschrijven. Het onderwijs van Nabasnoogo is zgn. informeel, dus niet door de overheid erkend. Wel kunnen de leerlingen aan het eind van CM4 een staatsexamen doen zodat ze toch op een officiële vervolgopleiding verder kunnen. Het bezoek aan de kleuterschool Bi Songo was hartverwarmend, maar het functioneren voor het nieuwe seizoen is onzeker. De bouwkundige conditie van de kraamkliniek (5 jaar geleden geopend) doet ons wel schrikken. De algemene indruk van het geheel met de apotheek e.d. valt niet mee. Op de vraag aan Pierre hoe hij Nabasnoogo over vijf jaar ziet, hoopt hij een centrum te hebben met een goed functionerend team van stafleden en onderwijzers. Er is wel enige zorg omtrent het onderhoud van de kraamkliniek en het openhouden van de kleuterschool Bi Songo. Voor beide zaken moeten gelden beschikbaar komen. SAMENVATTING Wat in de loop van de 2 weken steeds duidelijker wordt is dat er nauwelijks aandacht is voor duurzaamheid en een schone leefomgeving. Voorbeelden zijn in de eerste en meest zichtbare plaats de plastic troep rond bebouwing, water(afvoer)lopen en wegen. Ook het onderhoud aan gebouwen en meubilair baart zorgen. Als Sahelp zullen we binnen de huidige en toekomstige projecten hier meer aandacht voor moeten vragen. Het overgrote deel van de projecten is naar wens uitgevoerd en lopen prima. Er zal het komend jaar extra aandacht moeten gaan naar de Association Nabasnoogo vanwege de kraamkliniek en de kleuterschool Bi Songo. Al met al zijn Jan en Luuk zijn tevreden huiswaarts gekeerd. Zie: http://www.sahelp.nl |